De gebouwen van de abdij en de abdijhoeve bevinden zich te midden van ruim dertig hectare bos. Het gaat om een grote variëteit van bomen: veel beuken en eiken, maar ook vliegdennen, douglassparren,  berken en lariksen.

Grote delen van het bos zijn langzamerhand verwilderd, zodat er een grote diversiteit aan bomen door elkaar groeit. Voor onze gasten een prachtig wandelgebied. Voor de broeders en onze beheerder betekent dit bos ook werk. Beuken die door de droge zomers een klap hebben gekregen en van bovenaf gaan afsterven moeten om veiligheidsredenen tijdig gekapt worden. Vallende takken zijn immers levensgevaarlijk voor de wandelaars. Het vellen gaat natuurlijk niet meer met bijlen maar met moderne velmachines of processors.

Enkele maanden geleden is er ook een aantal Amerikaanse eiken weggehaald, volgroeide bomen die aan hout een mooi bedrag opbrengen en die als soort hier eigenlijk niet thuishoren. Kortgeleden hebben we met enkele broeders en gasten een stuk bos met vrij jonge eikenbomen uitgedund. Ze stonden zo dicht op elkaar dat ze elkaar in de groei belemmerden. Beheerder Nol Verhoeven heeft ze omgezaagd met de kettingzaag en wij hebben de nog vrij dunne stammen afgevoerd. We hebben ze als brandhout goed kunnen verkopen.

Maar we kappen niet alleen en liefst zo weinig mogelijk want de oude eiken en beuken zijn prachtig en heel karakteristiek voor ons bos. We planten ook nieuwe bomen, met name langs verschillende lanen. We hebben daarbij vooral eiken gekozen omdat die beter tegen droogte bestand zijn. Zo onderhouden we het bos en zorgen ervoor dat u in een mooi en veilig gebied kunt wandelen en dat ook toekomstige generaties van de abdij in de bossen kunnen genieten.

Deel Dit Verhaal, Kies Je Platform!