Samen verantwoordelijk voor stilte, inkeer en veiligheid
Onze gasten ervaren de Abdijhoeve als een oord van stilte en inkeer. Als u door het hek van de Abdij binnenkomt, ervaart u ongetwijfeld ook de verstilde omgeving. Er is ons veel aan gelegen om dit gezamenlijk in stand te houden. En daarom zijn onderstaande afspraken belangrijk.
- Bewaar zoveel mogelijk de stilte in de algemene ruimten (gangen, trappen etc.) En op de binnenplaats.
- Om onnodige “verkeer” van vertrekkende en aankomende gasten te voorkomen vragen we u op zijn vroegst twee uur voor aanvang van uw programma in te checken.
- Het is voor ons heel plezierig als u rond 9.30 uur uw kamer uitcheckt. Uiteraard is het mogelijk om uw bagage op te bergen.
Voor de veiligheid:
- In geval van een ongeval of brand is er Bedrijfs Hulpverlening (BHV) aanwezig. Informeer bij brand de gastheer/vrouw die de bedrijfshulpverlener inschakelt.
- Verlaat bij een brandalarm direct het pand. Verzamel u op de parkeerplaats bij het groene bord van samenkomst.
- Probeer de brand niet zelf te blussen, maar volg de instructies van de gastheer/vrouw of BHV.
- Onze nooduitgangen moeten vrij blijven en kunnen niet als normale in- en uitgangen worden gebruikt.
Overig:
- Binnen de Abdijhoeve wordt niet gerookt of verdovende middelen gebruikt.
- Zou u eventuele schade willen melden bij de gastheer/vrouw? En het spreekt voor zich dat wij bij het opzettelijk veroorzaken van schade deze aan u doorberekenen.
- Wellicht ten overvloede: De Abdijhoeve is niet verantwoordelijk voor verlies of diefstal van uw bezittingen.
- Medewerkers en gastheren/vrouwen kunnen u wijzen op deze afspraken. Respecteer hen.
Meer informatie:
- Op uw kamer ligt een informatiemap met onder andere wetenswaardigheden over de Abdij, alarmnummers etc. etc.
- Uw gastheer of gastvrouw is tijdens uw verblijf beschikbaar voor uw vragen.
“Alle gasten die aankomen moeten worden ontvangen als Christus zelf, want Hij zal eens zeggen: Ik kwam als gast en gij hebt Mij opgenomen. Aan ieder wordt de eer bewezen die men hem verschuldigd is. Zodra dus een gast wordt gemeld, gaan de overste en de broeders hem tegemoet met de meest liefdevolle voorkomendheid.”
Benedictus van Nursia (480-547)